Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En bad [25]Hem; en [26]Hij liet Zich van hem verbidden, en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen er[27]kende Manasse, dat de HEERE God is. 25. Namelijk, den Heere. 26. Zie gelijke manier van spreken Gen.25:21. 27. Dat is, werd gewaar, en bevond metterdaad, en werd overtuigd in zijn conscientie dat de Heere alleen de ware God was en niet de afgoden. Alzo is het Hebreeuwse woord genomen Gen.3:7, en boven, hfdst.32 vs.31.